Skip to main content

1959 markeerde een zeer belangrijk stadium in de evolutie van Porsche, met de verschijning van de 356 B, in huis getypeerd als de T5. Traditioneel gepresenteerd tijdens de Frankfurter autoshow van dat jaar, onderscheidde de B zich meteen van de voorgaande modellen door zijn markant gewijzigde frontpartij, waarin omwille van praktische redenen de koplampen en bumpers waren ‘gelift’. Het optrekken van de bumpers, 95 millimeter aan de voorzijde en niet minder dan 105 millimeter aan de achterkant, was vooral van belang om de carrosserie meer bescherming te bieden. De coupé werd uitgerust met tochtraampjes voor. Men begon voorts met de produktie en distributie van een nieuwe laag geprijsde open versie, genaamd de Roadster. Gebouwd door Drauz en d’Ieteren, had deze qua kap en afwerking dezelfde Spartaanse kenmerken als de Speedster, zij het met een betere beschutting tegen de wind (een hogere en bredere voorruit) en een ietwat gewijzigd interieur. Het T5 interieur was verbeterd met een nieuw stuurwiel en -schakelpook, een achterbank en andere details ter verbetering van de toch al zeer comfortabele passagiersruimte.

Op technisch gebied kreeg de B een nieuwe hydraulisch gedempte stuurinrichting, ruimschoots van koelribben voorziene remtrommels, radiaalbanden en koplampen met a-symmetrische lichtbundels. Dit was ook het jaar, dat de krachtige 616/7, oftewel de ‘Super 90’ stoterstangenmotor (vermogen 90 pk) zijn opwachting maakte samen met een door Karmann ontworpen variant op het gebruikelijke coupémodel. Gebaseerd op de styling van de cabriolet had de Hardtop-coupé een vast dak en een grote achterruit. De 356 B werd verder gemoderniseerd door de introductie van de T6-versie, duidelijk herkenbaar aan zijn voor- en achterruit, welke groter waren dan die van de T5 en vooral ook door de montage van twee ventilatieroosters in de motorkap – eveneens groter dan bij de voorgaande modellen. Tegelijkertijd was de kofferklep vergroot, het reservewiel verplaatst en een plattere benzinetank geïntroduceerd, waardoor een iets groter bagageruimte ontstond. De ventilatie in de auto werd verbeterd en airconditioning werd naast een electrische verwarming toegevoegd aan de lijst van opties. De electrische klok werd een standaard onderdeel van de uitrusting, de stoelen werden praktischer en de achteruitkijkspiegel kreeg een anti-verblindingsstand. De snelheid van de ruitenwissers was voortaan traploos instelbaar en de coupé was voortaan leverbaar met een electrisch schuifdak. De 90 pk-versie kreeg een krachtigere koppeling en de 75 pk gietijzeren cylinders nieuwe voeringen en een gemodificeerde oliekoeling.

De aanpassingen van de T5 tussen 1960 en 1961 concentreerden zich vooral op kleine details. In januari 1961 werd de 40.000ste 356 geproduceerd in Zuffenhausen, gevolgd door een Carrera 2 met een gespierde 2 liter 130 pk sterke motor van het type 587. Deze speciale auto werd als eerste 356 voorzien van schijfremmen, een oorspronkelijk Porsche-ontwerp uit de racerij, met de remklauwen nog aan de binnenzijde van de schijven. Gedurende het tweede half jaar begon de ontwikkeling van het T6 programma voor 1962. In het jaar waarin het project voor de toekomst 901/911 definitief gestalte kreeg, onderging de 356 een inkrimping van het modellenaanbod. Om uiteenlopende redenen werden zowel de Roadster als de Karmann Hardtop-coupé uit het programma geschrapt, terwijl de overblijvende modellen gemoderniseerd werden door middel van meer raamoppervlak voor en achter, grotere koffer- en motordeksels, verbeterde ventilatie, een enigszins vergrote bagageruimte door het reservewiel, de tank en de accu iets anders te positioneren, een electrisch bediend schuifdak en airconditioning waren de andere vernieuwingen.