Skip to main content

Benzine, octaangetal en toevoegingen

Over deze onderwerpen is al eerder iets opgeschreven, maar de laatste tijd heb ik nogal wat vragen over benzine gehad. Daarom nog maar ‘ns wat wetenswaardigheden uit de doeken gedaan.

Octaan

Als eerste is het belangrijk te weten dat benzine het spontaanst en best ontbrandt met een laag octaangetal. Denk bijvoorbeeld aan de normale benzine RON 91. Het octaangetal is een zogenaamd vergelijkingsgetal. Octaan is een bestandsdeel van benzine en men heeft aan octaan het getal 100 gegeven. Dit getal heeft dus niets met de hoeveelheid octaan in benzine te maken.

Pingelen

Het beste is om benzine met het laagste octaangetal te gebruiken wat door Porsche is vrijgegeven. Dat is benzine die nog net niet op de pingelgrens zit.

Pingelen is het geluid dat je hoort als je bijvoorbeeld rijdt met te veel voorontsteking in het lagere toerenbereik en dan plotseling volgas geeft. Het geluid van een rammelende zak knikkers dat je dan hoort, noemt men pingelen. Dit zijn de geluidsgolven van het detoneren van de onverbrande koolwaterstoffen. Deze ontstaan doordat na de verbrandinginleiding de druk en temperatuur boven een bepaalde waarde uitstijgen. Het restmengsel verbrandt dan niet meer, maar detoneert met enorme drukgolven. Dit heeft grote schade aan het drijfmechaniek tot gevolg. In moderne motoren zitten klopsensoren die bij pingelen de ontsteking en/of het TI signaal terugnemen. Het motorvermogen daalt dan.

Verbrandingskamer

Om zo veel mogelijk energie uit de brandstof te halen en zo economisch mogelijk te rijden, moet worden gezorgd voor een zo hoog mogelijke motorcompressie. Dat betekent een optimale combinatie van motorconstructie en hoogte van het benzineoctaan. De vorm van de verbrandingskamer is hierbij zeer belangrijk. Het centraal ontsteken en naar alle kanten gelijk ontbranden werkt namelijk het beste, eventueel kan hiervoor een zogenaamde squiseruimte zijn geconstrueerd. Motoren met 4 kleppen per cilinder hebben de bougie op de juiste (want centrale) plaats. Bij veel oudere 2-kleps Porsche motoren zit de bougie vanwege constructiebedingingen uit het midden, waardoor de compressieverhouding niet hoog genoeg kan zijn om detoneren te voorkomen. Bij sommige typen werd daarom een extra 2e bougie per cilinder toegepast, zoals bij de 4 cilinder Carrera, de 964 en 993. Dit zijn allemaal motoren met 2 kleppen per cilinder waarbij dankzij de 2e bougie alle brandstof verbrand is, voordat detonatie kan optreden. Het is echter wel een dure en ook gevaarlijke oplossing, want wanneer 1 bougie uitvalt, zal de motor gewoon doorlopen met één kloppende (pingelende) cilinder, die uiteindelijk vanzelf uitvalt.

Hoger octaangetal

Wat men kan doen is benzine met een hoger octaan gaan gebruiken.

Nadeel is dat hoe hoger het octaangetal van benzine is, hoe langzamer de verbranding verloopt. Deze verloopt namelijk in zogenaamde ringgolven. Oude laaggecomprimeerde antieke zuigermotoren moeten zelfs een zeer laag octaangetal benzine gebruiken, deze lopen anders te heet. Bij een motor die voor normale benzine is gemaakt, loopt de verbranding dus sneller. Vul je deze motor met hogere octaanbenzine, moet je eigenlijk de ontsteking iets vroeger stellen. Vroeger moest je dan ook aan een klant bij een onderhoudsbeurt vragen wat voor benzine hij of zij gebruikte. Tankte de klant superbenzine, dan moest de ontsteking iets vroeger worden gezet.

Toevoegingen: loodvervangers

Vroeger werd om het octaangetal te verhogen Tetraethyllood toegevoegd. Deze loodtoevoeging zorgde tevens voor het smeren van de klepgeleiders en beschermde de uitlaatkleppen en klepzetels tegen inslaan. Door het lood stuitert de klep namelijk minder op de zetel. Vanwege het milieu mag deze loodtoevoeging niet meer worden gebruikt en zijn er loodvervangers in de handel. Naast het feit dat deze vervangers lang niet zo goed werken als lood, moest ook het octaangetal weer omhoog want dat was als bijeffect verlaagd door het wegvallen van het lood. Als loodvervanger werd onder andere Methyl-tertbutylether (MTBE) bijgevoegd, in sommige gevallen later ETBE met Ethyl wat weliswaar duurder maar ook schoner is en MMT wat onder meer tot ademhalingsproblemen kan leiden. MTBE wordt gemaakt van Methyl alcohol wat de brandstofslangen verteert en aluminium aantast en Isobutyleen wat gumafzetting geeft. MTBE is trouwens ook giftig voor het milieu (grondwater) en wordt inmiddels her en der al weer verboden. Dit laatste zal in het zogenaamde milieubewuste Nederland nog wel even duren, omdat MTBE voor heel Europa voor 90 % in Nederland wordt gemaakt…

Toevoegingen: Ethanol

Buiten de hiervoor aangehaalde loodvervangers moet tegenwoordig wettelijk tenminste 4½ % biologische brandstof (Ethanol) toegevoegd worden. Met andere woorden: onze hedendaagse Euro 95 is E5. Dit heeft weer als nadeel dat water wordt aangetrokken terwijl nagenoeg alle zwavel al uit de benzine verdwenen is. Gesproken wordt overigens om het percentage te verhogen naar 10%, dit is E10 en inmiddels verkrijgbaar. In Brazilië is het al 23% (!). Het gevolg van water in benzine is bacterievorming wat vroeger door het zwavel gedood werd. Benzine bederft daarom veel sneller dan vroeger, het begint nu al na 60 dagen. Bij wat langer stilstaan zijn we dus verplicht om een antiveroudering toe te voegen. Op deze manier kan de levensduur verlengd worden tot maximaal 2 jaar. Als je niet weet of een auto is omgebouwd naar E10 of je kunt geen Euro 95 tanken zoals bijvoorbeeld in Frankrijk dan is het verstandiger om 98 octaan te tanken. Het is niet zo dramatisch als veel mensen doen voorkomen; we rijden eigenlijk al op E5 en gaan dan naar E10. Het is wel iets duurder in verbruik, ongeveer 2%.

Vapor lock

Toevoegen van Ethanol veroorzaakt een verhoging van de dampspanning waardoor eerder het zogenaamde “Vapor Lock” optreedt. Hierdoor krijg je dampbellen in brandstofleidingen, de carburator of het injectie systeem. Door Vapor Lock wil de motor warm niet starten. Het probleem wordt groter in de bergen door de lagere luchtdruk. Een oplossing hiervoor is 0,1 tot 0,2% Aceton bij te mengen bij de benzine waardoor de oppervlaktespanning weer omlaag gaat. Nadeel hiervan is weer het mogelijk oplossen van rubber en kunststoffen. Het voordeel is een lager brandstofverbruik. Sommige beweren dat dit het geheim van Shell V-power benzine en diesel is, waarbij opgemerkt dat bij diesel minder Aceton gebruikt wordt. Overigens kan ik dit niet met zekerheid zeggen want “ik ben klein en Shell is erg groot (en machtig)”. Let overigens op dat winterbenzine meer vluchtige delen bevat dan zomerbenzine. Witte pompen maken winterbenzine zomers op en kunnen dus sneller Vapor Lock veroorzaken. De mate van vluchtige delen is trouwens wettelijk geregeld, modernere motoren mogen ook geen ontluchting meer naar buiten hebben. Voor de octaanhoogte en loodvervanger(s) heeft Porsche een lijst voor de diverse modellen vanaf 1950. Zie hiervoor mededeling 1-89 groep 2 en mededeling 2-96 groep 2D, op te vragen bij je Porsche reparateur. Porsche schrijft dit dringend voor, ombouw naar loodvrije kleppen en zetels is een alternatief.

Toevoegingen: boosters

Vroeger werd ook octaanverhogende Benzol gebruikt (dit deden we zelf ook) maar dit mag niet meer gebruikt worden daar het zwaar kankerverwekkend is. Aral gebruikte het vroeger ook en kwam hiermee op een octaangetal van 105! In benzine zit ook onder andere ook Tolueen en Xyleen. Door deze vloeistoffen in een bepaalde verhouding met nog wat extra’s te verrijken, wordt het octaangetal ook verhoogd. Tolueen is niets anders dan doodgewone thinner van de spuiter en wordt veel gebruikt door racebedrijven. Ook zitten dit soort mengsels in diverse zogenaamde octaanboosters die in de handel te verkrijgen zijn. Groot nadeel van deze mengsels is dat de verbranding veel te langzaam is, de verbranding duurt soms wel tot in de uitlaat. Op de rollenbank blijkt dat om het vermogen er uit te krijgen, de ontsteking extreem vroeg gezet moet worden. Komt zo’n auto later bij een andere reparateur en wordt de ontsteking weer normaal afgesteld, dan loopt de motor op na-ontsteking en gaat kapot. Ook gaat de motor natuurlijk stuk als weer “gewone” benzine wordt getankt. De motor loopt dan op veel te veel voorontsteking. Deze gevallen komen in de praktijk regelmatig voor, mensen gooien een octaanboosters door de benzine en later nog maar wat, want “het kan toch geen kwaad”? Men heeft geen idee meer wat er inzit, denken “hoe meer hoe beter”. Helaas is het tegenovergestelde het geval. Octaanboosters op basis van Tolueen of Xyleen zou ik nooit gebruiken, kies bijvoorbeeld voor een booster uit de Hydrocarbon kettingreeks, deze worden door de serieuze jongens gebruikt. Er zijn voor racemotoren trouwens speciale brandstoffen. Eén van deze brandstoffen is Avgas, een vliegtuigbenzine voor zuigermotoren in diverse soorten te verkrijgen. De kleuren rood, purper en blauw 100LL (Low Lead) hebben een te laag octaangetal. Groen heeft een octaangetal van 130 en er is nog octaangetal 145. Aan dit laatste is moeilijk aan te komen, het wordt geproduceerd in Nieuw Zeeland. Tot slot maakt Elf diverse soorten racebenzine met en zonder lood met een hoog octaangetal. Deze worden bijvoorbeeld ook gebruikt voor de 24 uur van Le Mans (zonder lood). Het type Elf 124 is de hoogste en wordt onder andere gebruikt voor karts (met lood). In de USA wordt gebruik van loodhoudende benzine op straat bestraft overigens met een boete van $10.000,- Een volgende legale stap is waterinjectie, dit wordt gebruikt om turbodrukken tot 5 bar te halen (bijvoorbeeld met de 1.500cc – 1.000 PK Porsche F1) maar dat lijkt me niet nodig voor een clubritje door de polder.

Samenvattend

Als stappenplan adviseer ik achtereenvolgens:

1. Zoek uit wat het laagste octaangetal voor de motor is, wat loopt het mooist? (Zie artikel van Albert Vos hier)

2. Moet er een loodvervanger worden gebruikt of is de motor loodvrij gemaakt?

3. Bij langere stilstand antiveroudering toevoegen;

4. Af en toe een reiniger toevoegen, haalt ook het water uit het brandstofsysteem;

5. V-power benzine mag niet in alle Porsche’s worden gebruikt;

6. Extra aandacht voor de aansluiting van de massastrip aan de vulhals en de massa van de auto. Dit is tegen statische elektriciteit en voorkomt vonkoverslag (brand!) bij het vullen. Explosiegevaar komt vooral om de hoek kijken bij het vullen met een jerrycan. Derhalve altijd eerst de jerrycan op de gesloten tank houden, daarna pas vullen.

7. Als je niet weet of een auto is omgebouwd naar E10 of je kunt geen Euro 95 tanken zoals bijvoorbeeld in Frankrijk dan is het verstandiger om 98 octaan te tanken.

Tot slot

Ik hoop dat het niet te ingewikkeld is, wil iemand meer weten dan is hij of zij altijd van harte welkom.

 

Piet Kraan.

[Gewijzigd juli 2011]